588 keer bekeken

Bobejaan schoepen

  • zaterdag 27 mei 2017 @ 18:34
    #4

    In de schaduw van de mijn

    Tot zien m'n beste vrinden, elkaar zullen we vinden
    Daaronder, in 't diepste van de mijn
    De lift gaat naar beneden, 't daglicht is verdwenen
    Ik ga waar het voor altijd nacht zal zijn

    refr.:
    Maar kom ik thuis, vind ik een wereld vol van zonneschijn
    Bij vrouw en kind'ren in m'n huisje klein
    Daar te zijn, dat is fijn
    Maar kom ik thuis, zingt in mijn hart een wondermooi refrein
    De grote rijkdom van er zijn te zijn
    In de schaduw van de mijn

    De kolenwagen rijden, gestutte galerijen
    Eens hakken er houwelen in de nacht
    De zwarte vuisten houwen, we ploet'ren en we sjouwen
    De ouwe trouwe mijnlamp houdt de wacht

    refr.

    Ondanks alle gevaren, delven wij lange jaren
    Eens zwoegde er de vader, nu de zoon
    't Lawaai, dat gaat verloren, bij hakken en bij boren
    We werken in de mijnen voor ons loon

    refr.
  • zaterdag 27 mei 2017 @ 18:30
    #3

    Volendam

    Toen ik met m'n wagen de grens overkwam wou ik naar Volendam
    Ik reed en ik reed maar de weg die ik nam kwam niet in Volendam
    Ik vroeg het hier en ik vroeg het daar en in een grote wei
    Vroeg ik het aan een boerenknecht en luister wat hij zei

    Oh, je rijdt linksaf en je rijdt rechtdoor
    Tot aan een kerk met een plein dervoor
    Dan krijg je een boom met een hele dikke stam
    Wat verder ligt dan Volendam

    Ik reed en ik reed en ik reed en ik reed maar waar lag toch Volendam
    Ik zocht en ik zocht en ik zocht en ik zocht naar een boom met een dikke stam
    Ik zocht naar een plein, waar zou dat zijn, ik reed na een paar uur
    In Keulen rond daar vroeg ik toen, men riep vol Pruisisch vuur

    Oh, du reidst linksaf und du reidst rechtdoor
    Bis aan eine kirch met een plein dervoor
    Dar krijgst du ein boom met een dikken stam
    Un daarhin ligt dan Volendam

    Zo reed ik maar door en door en door maar steeds geen Volendam
    En steeds geen plein en steeds geen boom met een hele dikke stam
    Ik werd zo zenuwachtig en ik raakte van de wijs
    Toen ik een hoek omsloeg en vroeg, toen stond ik al in Parijs

    Et tu vas linksaf et tu vas rechtdoor
    Jusqu' à l' église mais la place ervoor
    En ik reed comme ça en ik rij comme çi
    Maar Volendam dat vond ik ni

    En zo rijdt een man en zo rijdt een man op zoek naar Volendam
    Naar de derde links en de derde rechts en een boom met een dikke stam
    Als u vroeg of laat die kant uit gaat en u ziet een ouwe Brik
    En een kerel met een lange baard, ja die kerel dat ben ik

    Want dan moet ge linksaf en dan moet ge rechtdoor
    Tot aan een kerk met een plein dervoor
    Dan krijg je een boom met een hele dikke stam
    Wat verder ligt dan Volendam
  • zaterdag 27 mei 2017 @ 18:26
    #2

    Ik geloof

    Ik geloof dat God de vader weer op reis is
    Dat hij denkt dat het bij ons een paradijs is
    Ik geloof dat Sint- Pieter zit te kaarten
    Met Sint- Jozef, Sint Franciscus en Sint-Maarten

    Ik geloof dat ze zich niet meer aan ons storen
    Dat Maria ons gebed niet meer wil horen
    Ik geloof dat me ons daar beslist vergeet
    Dat men van ons aardse zorgen niets meer weet

    La la la...

    Ik geloof dat zij het mensenras vergeten
    Dat het uit is met daar rijstpap te gaan eten
    Ik geloof dat zij zich niet om ons ontfermen
    Dat ze niets meer doen om ons nog te beschermen

    Ik geloof dat ze ons stilaan zijn gaan haten
    Dat ze ons aan het absurde overlaten
    Ik geloof dat heel de hemel ons negeerd
    Dat de duivel bij ons alles inspireerd

    La la la...

    Ik geloof dat het nu tijd wordt dat we stoppen
    En berouwvol mea culpa moeten kloppen
    Ik geloof dat al het kwaad onze eigen schuld is
    Dat de hemel aan het eind van z'n geduld is

    Ik geloof dat blank aan zwart de hand moeten geven
    En dat oost en west in vriendschap moeten leven
    Ik geloof dat God de vader van ons houdt
    Maar dat wij nu boeten door ons eigen fout
    Ik geloof dat God de vader van ons houdt
    Maar dat wij nu boeten door ons eigen fout

    La la la...

    La la la...
    Gewijzigd op 2017-05-27 18:35:07
  • zaterdag 27 mei 2017 @ 18:23
    #1


    Café zonder bier

    Een strand zonder water of land zonder grond
    Dat is al even erg als een staart zonder hond
    Maar je geld dat verdwijnt met je trouwe kassier
    Dat is nog niet zo erg als een cafe zonder bier

    Er vloog een mazoetvuur in brand in m'n straat
    Toen de brandweer verscheen was 't al veel te laat
    Heel 't huis lag in as en er riep een pompier
    Da's nog niet zo erg als een cafe zonder bier

    Een man werd veroordeeld en kreeg levenslang
    Met de rijkswacht van dienst moest hij mee naar 't gevang
    Toen hij droef in z'n cel stapte zei de cipier
    Dat is nog niet zo erg als een cafe zonder bier

    Piet Drinkers z'n vrouw stak het geld in haar zak
    En liet hem alleen onder 't echtelijk dak
    Maar ze schreef toch nog gauw op een stukje papier
    Dat is nog niet zo erg als een cafe zonder bier

    Toen Jansens ging zwemmen in Leopoville
    Botste hij met geweld tegen een krokodil
    En van schrik zwom Jan Jansens van Congo naar hier
    Maar da's nog niet zo erg als een cafe zonder bier

    Ja, dit is een lied dat m'n leven vergald
    En ik weet ook nog niet of 't u wel bevalt
    Ik ben wel aan het zingen maar ik heb geen plezier
    Ik vind dat toch zo tristig, een cafe zonder bier
     
     
    Helaas kan ik de andere variant niet vinden, zal hem zelf een keer moeten maken, vrees ik.